Rouw & Identiteit – Wie ben je als alles verschuift?

Rouw verandert ons. Niet omdat we dat willen, maar omdat het bijna niet anders kan. Wanneer iemand wegvalt die belangrijk voor je was, verschuift er iets in de fundamenten van je bestaan. Alsof de lijnen waarlangs je je leven altijd hebt geleefd, plots een andere richting hebben gekregen. Soms voel je dat meteen: een breuk, een kantelpunt. Soms merk je het pas later, wanneer je je afvraagt waarom je anders reageert, andere keuzes maakt, of waarom je jezelf niet meer zo herkent.
Identiteit klinkt vaak als iets groots — wie ben ik, wat maakt mij mij? Maar in werkelijkheid bestaat identiteit uit een verzameling lagen, herinneringen, rollen, relaties, gewoontes, overtuigingen en ervaringen. En juist omdat zoveel van die lagen verweven zijn met de mensen die we liefhebben, raakt een overlijden onvermijdelijk ook aan wie we zelf zijn.
Toen jouw dierbare er nog was, keek je misschien met bepaalde ogen naar jezelf: als partner, ouder, kind, vriend, collega, vertrouweling, helper, tegenhanger, grapjesmaker, ondersteuner of juist degene die gedragen werd. In hun blik, in hun woorden, in jullie ritme samen, zat een stuk van jouw zelfbeeld. Nu dat weggevallen is, kan het voelen alsof je een deel van je eigen fundament kwijt bent. Wie ben ik nog, zonder jou?
Dat is geen vraag die je snel beantwoordt. En het is ook geen vraag waarvoor één antwoord nodig is. Rouw is geen zoektocht naar de oude versie van jezelf. Het is een langzaam groeien in een nieuwe vorm van zijn, waarin liefde, gemis, herinnering en toekomst samen naast elkaar leren bestaan.
Veel mensen herkennen dat verlies bepaalde eigenschappen zachter of juist scherper maakt. Sommigen ontdekken dat ze zelfstandiger zijn dan gedacht, of juist kwetsbaarder. Anderen merken dat ze minder kunnen verdragen, of juist meer empathie zien opkomen. Er zijn mensen die voor het eerst nee durven zeggen, of die zich realiseren hoeveel ze altijd voor anderen zorgden en nu mogen leren ontvangen. Soms is er een hernieuwd verlangen naar rust, stilte, natuur. Soms juist een plotseling weten: zo wil ik mijn leven voortzetten — anders, eenvoudiger, eerlijker.
Identiteit in rouw gaat ook over wat mag blijven leven. De waarden die je van jouw dierbare hebt meegekregen. De humor die je van diegene hebt. De manier waarop je soms ineens iets zegt of doet waarvan je denkt: dit is precies hoe hij of zij het deed. Dat kan pijn doen, maar het kan ook een warm gevoel geven. Een besef dat iemand niet weg is uit jouw verhaal — alleen de vorm is veranderd.
Stel jezelf vragen als:
Wat heeft dit verlies in mij veranderd? Wat is steviger geworden? Wat juist brozer? Wie zie ik terug in mijzelf, nu die ander er niet meer is. Vragen die uitnodigen tot reflectie, maar vooral tot mildheid.
Want misschien is dat wel het hart van dit thema: jezelf toestaan om te worden wie je aan het worden bent. Niet omdat de pijn verdwijnt, maar omdat jij mag blijven groeien, ook met gemis.
Rouw verandert je, ja. Maar het hoeft je niet te breken. Soms opent het een deur naar een versie van jezelf die eerlijker, wijzer, zachter of sterker is dan je ooit had gedacht.
Liefs,
Wilma




