Johan Terryn verloor zijn vader midden in de eerste lockdown. Rouwen en verdriet delen werden sterk beperkt door de omstandigheden. Hij gebruikte dan maar zijn column op de radio om zijn rouwboodschap de wereld in te sturen. Vele luisteraars voelden zich geraakt en vertelden hem spontaan hun eigen verhaal over het gebrek aan nabijheid bij het afscheid. Met twaalf van hen ging hij in gesprek, tijdens een wandeling die begon in het pikkedonker en eindigde bij zonsopgang. Twaalf mensen kwamen zo op verhaal.
In dit boek verweeft Johan de verhalen van zijn tochtgenoten met een dertiende verhaal: dat van zijn eigen rouwproces. Het is een unieke vertelling over wat het betekent om een geliefde te verliezen, over rouwen in bijzondere tijden, over afscheid zonder nabijheid. Van donker naar licht, zoals ook de zon zich op het uur blauw langzaam laat zien.
‘En dan komt dat ongemakkelijke moment waarop mensen je willen troosten. “Sterkte. Veel sterkte.” Het is alsof ze je een veel te harde schouderklop geven. En je denkt: ‘Sterkte? Ik heb geen sterkte nodig; ik voel me krachtig genoeg. Ik heb warmte nodig, en aandacht, en nabijheid.”‘